Het begin van dit tweede deel van mijn trilogie is wat lastig, omdat ik erg zit te worstelen met een adequate beschrijving van de eerste vijf platen van deze aflevering. Dat komt omdat ik deze illustraties heb gemaakt voor de eerste versie van het boek, waarin een heel ander verhaal werd verteld dan uiteindelijk gepubliceerd is en ik de strekking van dit verhaal zo goed als vergeten ben. Er is n.l. geen exemplaar van dat eerste manuscript bewaard gebleven.
Voor zover ik me kan herinneren speelde Jean d'Orange in dat verhaal een onaangename rol, waarbij hij o.a. in de stallen spioneerde, zorgvuldig in de gaten gehouden door de Opperstalmeester, die - verdekt opgesteld - klaar staat om op zijn geheel eigen wijze Jean af te leren zijn bepoederde neus in andermans zaken te steken.
Van deze plaat heb ik alleen nog maar een fotokopie van de uitgewerkte tekening, vandaar die-ie wat aan de donkere kant is.
Voor zover ik me kan herinneren speelde Jean d'Orange in dat verhaal een onaangename rol, waarbij hij o.a. in de stallen spioneerde, zorgvuldig in de gaten gehouden door de Opperstalmeester, die - verdekt opgesteld - klaar staat om op zijn geheel eigen wijze Jean af te leren zijn bepoederde neus in andermans zaken te steken.
Van deze plaat heb ik alleen nog maar een fotokopie van de uitgewerkte tekening, vandaar die-ie wat aan de donkere kant is.

Jean d'Orange wilde dolgraag weten waarom Graniet zich had teruggetrokken in de stallen en wat daar allemaal gebeurde.
Graniet was zó ondersteboven geraakt van zijn eerste ontmoeting met Snip Snap Lieve dat-ie - tot niets meer in staat - bij Kos met de Snor troost was gaan zoeken en zich aan zijn totale ontreddering overgaf. Kos probeerde hem op alle mogelijke manieren op te beuren, waarbij hij na verloop van tijd zijn geduld verloor en hem vervolgens ongezouten de wacht aanzegde.
Graniet was zó ondersteboven geraakt van zijn eerste ontmoeting met Snip Snap Lieve dat-ie - tot niets meer in staat - bij Kos met de Snor troost was gaan zoeken en zich aan zijn totale ontreddering overgaf. Kos probeerde hem op alle mogelijke manieren op te beuren, waarbij hij na verloop van tijd zijn geduld verloor en hem vervolgens ongezouten de wacht aanzegde.

Het krabbelige schetsfiguurtje vóór Kos moest de Opperstalmeester worden. Hier is hij iets verder uitgewerkt.

Ook bovenstaande tekening is tot voltooiing gekomen en heeft het zelfs - weliswaar in beknotte vorm - gehaald tot op de titelpagina van de uiteindelijk uitgave, ook al wordt op geen enkele wijze duidelijk wat de betekenis van dat plaatje in dat boek is. Dat is nu dus duidelijk geworden.


Afgezien van het kleine medaillon van Kos en Graniet zijn deze tekeningen voor zover ik weet nooit gebruikt. Ik heb ze na voltooiing ook nooit meer teruggezien.
De volgende illustratie is natuurlijk wel verschenen in het boek, maar ook deze heb ik gemaakt naar aanleiding van een passage uit het eerste verhaal en behoort dus bij de eerste serie tekeningen die ik voltooide. Hierin bleek de Zwarte Ridder een jaloerse Jean d'Orange te zijn. Mijn bedoeling was om dat onopvallend te laten zien door heel subtiel een klein stukje oranje stof tussen de platen van zijn harnas uit te laten piepen.
Dat pakte later allemaal heel anders uit, want Jean d'Orange kwam uiteindelijk in het hele boek eigenlijk niet meer voor.
Dat pakte later allemaal heel anders uit, want Jean d'Orange kwam uiteindelijk in het hele boek eigenlijk niet meer voor.


Vervolgens begon ik met het tekenen in potlood van alle deelnemers aan het toernooi "op stand", dus precies zó op de pagina, zoals ze ook in het boek zouden worden afgebeeld. Dit alles aan de hand van de kleurschetsen uit de vorige aflevering.
Behalve van de originele potloodtekening van Lapis Lazula, die ik als eerste laat zien, heb ik van alle andere personages alleen nog maar fotokopieën van deze tekeningen.
Behalve van de originele potloodtekening van Lapis Lazula, die ik als eerste laat zien, heb ik van alle andere personages alleen nog maar fotokopieën van deze tekeningen.










De dubbele pagina-illustratie (spread in jargon), van het toernooiveld had ook wel wat voeten in de aarde. Als strijders koos ik vanzelfsprekend Graniet op Kos tegenover Rak, omdat Troe zo'n dankbaar onderwerp is voor zo'n scène. Het leuke is dat ik gaandeweg steeds fotokopieën maakte, zodat er een aardig beeld ontstaat van de voortgang van deze tekening.
Hier een eerste aanzet van de opponenten.
Hier een eerste aanzet van de opponenten.


Graniet en Kos krijgen steeds meer vorm, evenals het Roze Kasteel.



Op een gegeven moment kregen de toernooipaviljoens hun bestemming, waartoe ik de namen van de bewoners dunnetjes op het tentdoek van hun respectievelijke paviljoen schreef.

Uiteindelijk beviel deze opzet me maar matig. Ik vond de opstelling van de tribune voor het kasteel minder gelukkig, dus besloot ik de hele plaat om te gooien en het kasteel naar de rechterpagina te verplaatsen. Dat resulteerde mijns inziens in een harmonieuzer beeld. Bovendien kon ik de tribune daardoor wat groter tekenen, zodat ik de toeschouwers, zoals de gouverneur, herkenbaar in kon tekenen, maar dit wordt pas echt duidelijk in de volgende aflevering.


Het enige waar ik nog niet helemaal uit was, was een oplossing voor de ietwat lege voorgrond aan de rechterkant van de plaat. Ik dacht aan een hekwerk waar een jongetje uit alle macht zijn kampioen stond aan te moedigen.

In de kopie van de half uitgewerkte definitieve illustratie is het jongetje een stel wegvluchtende pauwen geworden. Het gaf het geheel nóg wat meer dynamiek.

Om wie zo verbeten gestreden werd, was natuurlijk Snip Snap Lieve Freule van de rode Loper.

Gelukkig kwam het met Graniet en haar natuurlijk allemaal goed.



In het derde deel van deze trilogie laat ik eindelijk zien waar dit "gezwoeg" allemaal toe leidde.